Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegwerken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggewerkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik werk weg
jij werkt weg
hij werkt weg
wij werken weg
jullie werken weg
zij werken weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegwerk
dat jij wegwerkt
dat hij wegwerkt
dat wij wegwerken
dat jullie wegwerken
dat zij wegwerken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggewerkt
jij hebt weggewerkt
hij heeft weggewerkt
wij hebben weggewerkt
jullie hebben weggewerkt
zij hebben weggewerkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik werkte weg
jij werkte weg
hij werkte weg
wij werkten weg
jullie werkten weg
zij werkten weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegwerkte
dat jij wegwerkte
dat hij wegwerkte
dat wij wegwerkten
dat jullie wegwerkten
dat zij wegwerkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggewerkt
jij had weggewerkt
hij had weggewerkt
wij hadden weggewerkt
jullie hadden weggewerkt
zij hadden weggewerkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegwerken
jij zult wegwerken
hij zal wegwerken
wij zullen wegwerken
jullie zullen wegwerken
zij zullen wegwerken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggewerkt hebben
jij zult weggewerkt hebben
hij zal weggewerkt hebben
wij zullen weggewerkt hebben
jullie zullen weggewerkt hebben
zij zullen weggewerkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegwerken
jij zou wegwerken
hij zou wegwerken
wij zouden wegwerken
jullie zouden wegwerken
zij zouden wegwerken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggewerkt hebben
jij zou weggewerkt hebben
hij zou weggewerkt hebben
wij zouden weggewerkt hebben
jullie zouden weggewerkt hebben
zij zouden weggewerkt hebben

Gebiedende wijs
werk weg

Aanvoegende wijs
wegwerke

Voorbeelden

  1. Werk weg, werk weg!
    Clear it, clear it!
  2. Al mijn werk, weg.
    All my work, gone.
  3. Ik kan vast wel vroeg bij mijn werk weg.
    I 'm sure I could finish up work early.
  4. Je bent pas 20. Je zou je werk weg moeten geven.
    20 years old, you should wanna give your work away.
  5. Het voelt nog steeds raar om al dit werk weg te gooien.
    It still feels weird just throwing away his work like this.
  6. Als dit bekend wordt, is je geloofwaardigheid en al je werk weg.
    If this affair becomes public, it will destroy your credibility and everything.
  7. Ik help hem wegwerken.
    I 'll help you get rid of him.
  8. Je moet de sterkste wegwerken,
    You should get r the strong
  9. Gewoon even wat achterstand wegwerken.
    Just catching up on some back issues.
  10. Je kunt me niet wegwerken.
    You can 't cut me loose.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden