Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegrukken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggerukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ruk weg
jij rukt weg
hij rukt weg
wij rukken weg
jullie rukken weg
zij rukken weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegruk
dat jij wegrukt
dat hij wegrukt
dat wij wegrukken
dat jullie wegrukken
dat zij wegrukken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggerukt
jij hebt weggerukt
hij heeft weggerukt
wij hebben weggerukt
jullie hebben weggerukt
zij hebben weggerukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rukte weg
jij rukte weg
hij rukte weg
wij rukten weg
jullie rukten weg
zij rukten weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegrukte
dat jij wegrukte
dat hij wegrukte
dat wij wegrukten
dat jullie wegrukten
dat zij wegrukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggerukt
jij had weggerukt
hij had weggerukt
wij hadden weggerukt
jullie hadden weggerukt
zij hadden weggerukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegrukken
jij zult wegrukken
hij zal wegrukken
wij zullen wegrukken
jullie zullen wegrukken
zij zullen wegrukken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggerukt hebben
jij zult weggerukt hebben
hij zal weggerukt hebben
wij zullen weggerukt hebben
jullie zullen weggerukt hebben
zij zullen weggerukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegrukken
jij zou wegrukken
hij zou wegrukken
wij zouden wegrukken
jullie zouden wegrukken
zij zouden wegrukken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggerukt hebben
jij zou weggerukt hebben
hij zou weggerukt hebben
wij zouden weggerukt hebben
jullie zouden weggerukt hebben
zij zouden weggerukt hebben

Gebiedende wijs
ruk weg

Aanvoegende wijs
wegrukke

Voorbeelden

  1. Ik moest me gewoon wegrukken.
    Just couldn 't tear myself away.
  2. Me op vrijdagavond van m' n gezin wegrukken.
    Dragging me from the family preserve on a Friday night.
  3. Wil je haar weer wegrukken van zijn borstkas?
    Would you again tear it from his chest? Crixus is dead.
  4. Ik wil jullie niet bij jullie elektronische liefdes wegrukken...
    Hate to drag you two ladies away from electronic romance...
  5. Whoa, pap, je kan niet, zomaar, een wezen bewustzijn geven en het dan zomaar wegrukken.
    Whoa, dad, you can 't, like, endow a creature with sentience and then rip it away.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden