Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegpinken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggepinkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pink weg
jij pinkt weg
hij pinkt weg
wij pinken weg
jullie pinken weg
zij pinken weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegpink
dat jij wegpinkt
dat hij wegpinkt
dat wij wegpinken
dat jullie wegpinken
dat zij wegpinken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggepinkt
jij hebt weggepinkt
hij heeft weggepinkt
wij hebben weggepinkt
jullie hebben weggepinkt
zij hebben weggepinkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pinkte weg
jij pinkte weg
hij pinkte weg
wij pinkten weg
jullie pinkten weg
zij pinkten weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegpinkte
dat jij wegpinkte
dat hij wegpinkte
dat wij wegpinkten
dat jullie wegpinkten
dat zij wegpinkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggepinkt
jij had weggepinkt
hij had weggepinkt
wij hadden weggepinkt
jullie hadden weggepinkt
zij hadden weggepinkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegpinken
jij zult wegpinken
hij zal wegpinken
wij zullen wegpinken
jullie zullen wegpinken
zij zullen wegpinken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggepinkt hebben
jij zult weggepinkt hebben
hij zal weggepinkt hebben
wij zullen weggepinkt hebben
jullie zullen weggepinkt hebben
zij zullen weggepinkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegpinken
jij zou wegpinken
hij zou wegpinken
wij zouden wegpinken
jullie zouden wegpinken
zij zouden wegpinken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggepinkt hebben
jij zou weggepinkt hebben
hij zou weggepinkt hebben
wij zouden weggepinkt hebben
jullie zouden weggepinkt hebben
zij zouden weggepinkt hebben

Gebiedende wijs
pink weg

Aanvoegende wijs
wegpinke

Voorbeelden

  1. Hier, Louie, wens pink weg.
    Here, Louie, you wish Pinky away.
  2. Ik moest zelfs een traantje wegpinken.
    I may have even teared up a little bit.
  3. Moest je ook een traantje wegpinken?
    Did it bring tears to your eyes?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden