Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegkwijnen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggekwijnd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kwijn weg
jij kwijnt weg
hij kwijnt weg
wij kwijnen weg
jullie kwijnen weg
zij kwijnen weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegkwijn
dat jij wegkwijnt
dat hij wegkwijnt
dat wij wegkwijnen
dat jullie wegkwijnen
dat zij wegkwijnen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggekwijnd
jij hebt weggekwijnd
hij heeft weggekwijnd
wij hebben weggekwijnd
jullie hebben weggekwijnd
zij hebben weggekwijnd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik kwijnde weg
jij kwijnde weg
hij kwijnde weg
wij kwijnden weg
jullie kwijnden weg
zij kwijnden weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegkwijnde
dat jij wegkwijnde
dat hij wegkwijnde
dat wij wegkwijnden
dat jullie wegkwijnden
dat zij wegkwijnden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggekwijnd
jij had weggekwijnd
hij had weggekwijnd
wij hadden weggekwijnd
jullie hadden weggekwijnd
zij hadden weggekwijnd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegkwijnen
jij zult wegkwijnen
hij zal wegkwijnen
wij zullen wegkwijnen
jullie zullen wegkwijnen
zij zullen wegkwijnen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggekwijnd hebben
jij zult weggekwijnd hebben
hij zal weggekwijnd hebben
wij zullen weggekwijnd hebben
jullie zullen weggekwijnd hebben
zij zullen weggekwijnd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegkwijnen
jij zou wegkwijnen
hij zou wegkwijnen
wij zouden wegkwijnen
jullie zouden wegkwijnen
zij zouden wegkwijnen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggekwijnd hebben
jij zou weggekwijnd hebben
hij zou weggekwijnd hebben
wij zouden weggekwijnd hebben
jullie zouden weggekwijnd hebben
zij zouden weggekwijnd hebben

Gebiedende wijs
kwijn weg

Aanvoegende wijs
wegkwijne

Voorbeelden

  1. Ik kwijn weg in deze plaats.
    I am dying in this town.
  2. Wegkwijnen in Normandië?
    Go and pine away in Normandy?
  3. Ik voel me wegkwijnen.
    I can feel myself disappearing.
  4. Beter opbranden dan wegkwijnen?
    Better to burn out than fade away.
  5. Wegkwijnen in dat ziekenhuis.
    Wasting away in that hospital.
  6. Dat is beter dan wegkwijnen.
    That 's better than wasting away.
  7. En je zult mij zien wegkwijnen.
    And watch me grow old in misery.
  8. Ik haat je te zien wegkwijnen.
    I just hate to see you pining away.
  9. Jullie zullen jarenlang op stoffige planken wegkwijnen.
    You 'll rot for years on dusty shelves.
  10. Ik zag haar in de winter wegkwijnen.
    I watched her getting smaller and smaller all winter.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden