Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegkijken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggekeken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik kijk weg
jij kijkt weg
hij kijkt weg
wij kijken weg
jullie kijken weg
zij kijken weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegkijk
dat jij wegkijkt
dat hij wegkijkt
dat wij wegkijken
dat jullie wegkijken
dat zij wegkijken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggekeken
jij hebt weggekeken
hij heeft weggekeken
wij hebben weggekeken
jullie hebben weggekeken
zij hebben weggekeken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik keek weg
jij keek weg
hij keek weg
wij keken weg
jullie keken weg
zij keken weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegkeek
dat jij wegkeek
dat hij wegkeek
dat wij wegkeken
dat jullie wegkeken
dat zij wegkeken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggekeken
jij had weggekeken
hij had weggekeken
wij hadden weggekeken
jullie hadden weggekeken
zij hadden weggekeken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegkijken
jij zult wegkijken
hij zal wegkijken
wij zullen wegkijken
jullie zullen wegkijken
zij zullen wegkijken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggekeken hebben
jij zult weggekeken hebben
hij zal weggekeken hebben
wij zullen weggekeken hebben
jullie zullen weggekeken hebben
zij zullen weggekeken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegkijken
jij zou wegkijken
hij zou wegkijken
wij zouden wegkijken
jullie zouden wegkijken
zij zouden wegkijken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggekeken hebben
jij zou weggekeken hebben
hij zou weggekeken hebben
wij zouden weggekeken hebben
jullie zouden weggekeken hebben
zij zouden weggekeken hebben

Gebiedende wijs
kijk weg

Aanvoegende wijs
wegkijke

Voorbeelden

  1. Dolores, kijk weg.
    Dolores, avert your eyes!
  2. Kijk weg. Dixieland.
    Look away, Dixie Land.
  3. Kijk weg, Christa.
    Look away, Christa!
  4. Kijk weg, als je wilt.
    Look away, if you must.
  5. Probeer gewoon en kijk weg.
    Just try and look away.
  6. Begrijp me niet verkeerd, ik kijk weg.
    Don 't get me wrong, I look away.
  7. Ik kijk weg voor een seconde, en...!
    I look away for one second, and...!
  8. Nee, wat je hebt is een kijk weg.
    No, what you have is a look-away.
  9. En niet wegkijken.
    And don 't look away.
  10. O, niet wegkijken.
    Oh, don 't look away.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden