NL: wegen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gewogen
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik weeg jij weegt hij weegt wij wegen jullie wegen zij wegen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gewogen jij hebt gewogen hij heeft gewogen wij hebben gewogen jullie hebben gewogen zij hebben gewogen
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik woog jij woog hij woog wij wogen jullie wogen zij wogen
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gewogen jij had gewogen hij had gewogen wij hadden gewogen jullie hadden gewogen zij hadden gewogen
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal wegen jij zult wegen hij zal wegen wij zullen wegen jullie zullen wegen zij zullen wegen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gewogen hebben jij zult gewogen hebben hij zal gewogen hebben wij zullen gewogen hebben jullie zullen gewogen hebben zij zullen gewogen hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou wegen jij zou wegen hij zou wegen wij zouden wegen jullie zouden wegen zij zouden wegen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gewogen hebben jij zou gewogen hebben hij zou gewogen hebben wij zouden gewogen hebben jullie zouden gewogen hebben zij zouden gewogen hebben
|
Gebiedende wijs |
weeg
|
Aanvoegende wijs |
wege |