Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wegbranden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weggebrand

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik brand weg
jij brandt weg
hij brandt weg
wij branden weg
jullie branden weg
zij branden weg

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegbrand
dat jij wegbrandt
dat hij wegbrandt
dat wij wegbranden
dat jullie wegbranden
dat zij wegbranden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weggebrand
jij hebt weggebrand
hij heeft weggebrand
wij hebben weggebrand
jullie hebben weggebrand
zij hebben weggebrand

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik brandde weg
jij brandde weg
hij brandde weg
wij brandden weg
jullie brandden weg
zij brandden weg

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wegbrandde
dat jij wegbrandde
dat hij wegbrandde
dat wij wegbrandden
dat jullie wegbrandden
dat zij wegbrandden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weggebrand
jij had weggebrand
hij had weggebrand
wij hadden weggebrand
jullie hadden weggebrand
zij hadden weggebrand

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wegbranden
jij zult wegbranden
hij zal wegbranden
wij zullen wegbranden
jullie zullen wegbranden
zij zullen wegbranden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weggebrand hebben
jij zult weggebrand hebben
hij zal weggebrand hebben
wij zullen weggebrand hebben
jullie zullen weggebrand hebben
zij zullen weggebrand hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wegbranden
jij zou wegbranden
hij zou wegbranden
wij zouden wegbranden
jullie zouden wegbranden
zij zouden wegbranden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weggebrand hebben
jij zou weggebrand hebben
hij zou weggebrand hebben
wij zouden weggebrand hebben
jullie zouden weggebrand hebben
zij zouden weggebrand hebben

Gebiedende wijs
brand weg

Aanvoegende wijs
wegbrande

Voorbeelden

  1. En het gaat zeker niet jullie bruiloft wegbranden.
    And it 's most certainly not going to burn down your wedding.
  2. Ik kan het rottende vlees weghalen en de infectie wegbranden met kokende wijn.
    I can take away the rotting flesh and try and burn out the corruption with boiling wine.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden