1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. weerlichten

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: weerlichten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geweerlicht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik weerlicht
jij weerlicht
hij weerlicht
wij weerlichten
jullie weerlichten
zij weerlichten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geweerlicht
jij hebt geweerlicht
hij heeft geweerlicht
wij hebben geweerlicht
jullie hebben geweerlicht
zij hebben geweerlicht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik weerlichtte
jij weerlichtte
hij weerlichtte
wij weerlichtten
jullie weerlichtten
zij weerlichtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geweerlicht
jij had geweerlicht
hij had geweerlicht
wij hadden geweerlicht
jullie hadden geweerlicht
zij hadden geweerlicht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal weerlichten
jij zult weerlichten
hij zal weerlichten
wij zullen weerlichten
jullie zullen weerlichten
zij zullen weerlichten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geweerlicht hebben
jij zult geweerlicht hebben
hij zal geweerlicht hebben
wij zullen geweerlicht hebben
jullie zullen geweerlicht hebben
zij zullen geweerlicht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou weerlichten
jij zou weerlichten
hij zou weerlichten
wij zouden weerlichten
jullie zouden weerlichten
zij zouden weerlichten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geweerlicht hebben
jij zou geweerlicht hebben
hij zou geweerlicht hebben
wij zouden geweerlicht hebben
jullie zouden geweerlicht hebben
zij zouden geweerlicht hebben

Gebiedende wijs
weerlicht

Aanvoegende wijs
weerlichte

Voorbeelden

  1. weerlicht
    lightning
  2. M' n vader haalde ons daar als de weerlicht vandaan.
    My father got us out of there as fast as he could.
  3. Ik heb niets dan donker en weerlicht gezien de laatste vier uren!
    I haven 't seen anything but darkness and lightning for the past four hours!
  4. Hoe meer weerlicht je ziet hoe sneller de storm wegtrekt, dat weet je.
    The more lightning you see the faster the storm 's gone, you know that.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try