Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: weerkaatsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weerkaatst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik weerkaats
jij weerkaatst
hij weerkaatst
wij weerkaatsen
jullie weerkaatsen
zij weerkaatsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weerkaatst
jij hebt weerkaatst
hij heeft weerkaatst
wij hebben weerkaatst
jullie hebben weerkaatst
zij hebben weerkaatst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik weerkaatste
jij weerkaatste
hij weerkaatste
wij weerkaatsten
jullie weerkaatsten
zij weerkaatsten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weerkaatst
jij had weerkaatst
hij had weerkaatst
wij hadden weerkaatst
jullie hadden weerkaatst
zij hadden weerkaatst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal weerkaatsen
jij zult weerkaatsen
hij zal weerkaatsen
wij zullen weerkaatsen
jullie zullen weerkaatsen
zij zullen weerkaatsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weerkaatst hebben
jij zult weerkaatst hebben
hij zal weerkaatst hebben
wij zullen weerkaatst hebben
jullie zullen weerkaatst hebben
zij zullen weerkaatst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou weerkaatsen
jij zou weerkaatsen
hij zou weerkaatsen
wij zouden weerkaatsen
jullie zouden weerkaatsen
zij zouden weerkaatsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weerkaatst hebben
jij zou weerkaatst hebben
hij zou weerkaatst hebben
wij zouden weerkaatst hebben
jullie zouden weerkaatst hebben
zij zouden weerkaatst hebben

Gebiedende wijs
weerkaats

Aanvoegende wijs
weerkaatse

Voorbeelden

  1. De watergeulen weerkaatsen het geluid van een mysterieus lied.
    The inlets echo to the sound of a mysterious song.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden