Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: weergalmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
weergalmd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik weergalm
jij weergalmt
hij weergalmt
wij weergalmen
jullie weergalmen
zij weergalmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb weergalmd
jij hebt weergalmd
hij heeft weergalmd
wij hebben weergalmd
jullie hebben weergalmd
zij hebben weergalmd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik weergalmde
jij weergalmde
hij weergalmde
wij weergalmden
jullie weergalmden
zij weergalmden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had weergalmd
jij had weergalmd
hij had weergalmd
wij hadden weergalmd
jullie hadden weergalmd
zij hadden weergalmd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal weergalmen
jij zult weergalmen
hij zal weergalmen
wij zullen weergalmen
jullie zullen weergalmen
zij zullen weergalmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal weergalmd hebben
jij zult weergalmd hebben
hij zal weergalmd hebben
wij zullen weergalmd hebben
jullie zullen weergalmd hebben
zij zullen weergalmd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou weergalmen
jij zou weergalmen
hij zou weergalmen
wij zouden weergalmen
jullie zouden weergalmen
zij zouden weergalmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou weergalmd hebben
jij zou weergalmd hebben
hij zou weergalmd hebben
wij zouden weergalmd hebben
jullie zouden weergalmd hebben
zij zouden weergalmd hebben

Gebiedende wijs
weergalm

Aanvoegende wijs
weergalme

Voorbeelden

  1. De zalen van Asgard weergalmen met verhalen over jouw woede.
    The halls of Asgard echo with tales of your rage.
  2. Ik hou van hoe de verschillende instrumenten die uit de boxen weergalmen.
    I like feeling the different instruments reverberate out of the speakers.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden