Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wederzien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
wedergezien

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zie weder
jij ziet weder
hij ziet weder
wij zien weder
jullie zien weder
zij zien weder

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wederzie
dat jij wederziet
dat hij wederziet
dat wij wederzien
dat jullie wederzien
dat zij wederzien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb wedergezien
jij hebt wedergezien
hij heeft wedergezien
wij hebben wedergezien
jullie hebben wedergezien
zij hebben wedergezien

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zag weder
jij zag weder
hij zag weder
wij zagen weder
jullie zagen weder
zij zagen weder

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik wederzag
dat jij wederzag
dat hij wederzag
dat wij wederzagen
dat jullie wederzagen
dat zij wederzagen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had wedergezien
jij had wedergezien
hij had wedergezien
wij hadden wedergezien
jullie hadden wedergezien
zij hadden wedergezien

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wederzien
jij zult wederzien
hij zal wederzien
wij zullen wederzien
jullie zullen wederzien
zij zullen wederzien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal wedergezien hebben
jij zult wedergezien hebben
hij zal wedergezien hebben
wij zullen wedergezien hebben
jullie zullen wedergezien hebben
zij zullen wedergezien hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wederzien
jij zou wederzien
hij zou wederzien
wij zouden wederzien
jullie zouden wederzien
zij zouden wederzien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou wedergezien hebben
jij zou wedergezien hebben
hij zou wedergezien hebben
wij zouden wedergezien hebben
jullie zouden wedergezien hebben
zij zouden wedergezien hebben

Gebiedende wijs
zie weder

Aanvoegende wijs
wederzie

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden