Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: webhosten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewebhost

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik webhost
jij webhost
hij webhost
wij webhosten
jullie webhosten
zij webhosten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewebhost
jij hebt gewebhost
hij heeft gewebhost
wij hebben gewebhost
jullie hebben gewebhost
zij hebben gewebhost

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik webhostte
jij webhostte
hij webhostte
wij webhostten
jullie webhostten
zij webhostten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewebhost
jij had gewebhost
hij had gewebhost
wij hadden gewebhost
jullie hadden gewebhost
zij hadden gewebhost

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal webhosten
jij zult webhosten
hij zal webhosten
wij zullen webhosten
jullie zullen webhosten
zij zullen webhosten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewebhost hebben
jij zult gewebhost hebben
hij zal gewebhost hebben
wij zullen gewebhost hebben
jullie zullen gewebhost hebben
zij zullen gewebhost hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou webhosten
jij zou webhosten
hij zou webhosten
wij zouden webhosten
jullie zouden webhosten
zij zouden webhosten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewebhost hebben
jij zou gewebhost hebben
hij zou gewebhost hebben
wij zouden gewebhost hebben
jullie zouden gewebhost hebben
zij zouden gewebhost hebben

Gebiedende wijs
webhost

Aanvoegende wijs
webhoste

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden