Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: waterskiën

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewaterskied

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik waterski
jij waterskiet
hij waterskiet
wij waterskiën
jullie waterskiën
zij waterskiën

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewaterskied
jij hebt gewaterskied
hij heeft gewaterskied
wij hebben gewaterskied
jullie hebben gewaterskied
zij hebben gewaterskied

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik waterskiede
jij waterskiede
hij waterskiede
wij waterskieden
jullie waterskieden
zij waterskieden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewaterskied
jij had gewaterskied
hij had gewaterskied
wij hadden gewaterskied
jullie hadden gewaterskied
zij hadden gewaterskied

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal waterskiën
jij zult waterskiën
hij zal waterskiën
wij zullen waterskiën
jullie zullen waterskiën
zij zullen waterskiën

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewaterskied hebben
jij zult gewaterskied hebben
hij zal gewaterskied hebben
wij zullen gewaterskied hebben
jullie zullen gewaterskied hebben
zij zullen gewaterskied hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou waterskiën
jij zou waterskiën
hij zou waterskiën
wij zouden waterskiën
jullie zouden waterskiën
zij zouden waterskiën

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewaterskied hebben
jij zou gewaterskied hebben
hij zou gewaterskied hebben
wij zouden gewaterskied hebben
jullie zouden gewaterskied hebben
zij zouden gewaterskied hebben

Gebiedende wijs
waterski

Aanvoegende wijs
waterskië

Voorbeelden

  1. Hou je van waterski?
    Do you like to water ski?
  2. Zijn dat dan geen waterski' s?
    Feet? I thought those were water skis.
  3. Ze waterskiën niet.
    They don 't water-ski.
  4. Ze doet aan waterskiën.
    And she water-skis...
  5. Doordat de Weissensee en Presegger See vlakbij zijn, zijn sporten als zwemmen, zeilen, surfen of waterski in de directe nabijheid mogelijk
    The Weissensee and the Pressegger See are nearby, and sports like swimming, sailing, surfing and water skiing are possible in the immediate vicinity
  6. Mag ik niet eventjes waterskiën?
    Can 't I water-ski a little bit? Fine.
  7. Ik zou met ze gaan waterskiën.
    I 'm supposed to go waterskiing.
  8. Is het erg als ik meega waterskiën?
    Mind if I go waterboarding with you?
  9. Hij zou me leren hoe te waterskiën.
    He was gonna teach me howto water ski.
  10. We gaan samen naar het Amazone Basin en we gaan waterskiën.
    And we 're gonna go to the Amazon Basin together and water ski.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden