Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wasemen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewasemd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wasem
jij wasemt
hij wasemt
wij wasemen
jullie wasemen
zij wasemen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewasemd
jij hebt gewasemd
hij heeft gewasemd
wij hebben gewasemd
jullie hebben gewasemd
zij hebben gewasemd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wasemde
jij wasemde
hij wasemde
wij wasemden
jullie wasemden
zij wasemden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewasemd
jij had gewasemd
hij had gewasemd
wij hadden gewasemd
jullie hadden gewasemd
zij hadden gewasemd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wasemen
jij zult wasemen
hij zal wasemen
wij zullen wasemen
jullie zullen wasemen
zij zullen wasemen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewasemd hebben
jij zult gewasemd hebben
hij zal gewasemd hebben
wij zullen gewasemd hebben
jullie zullen gewasemd hebben
zij zullen gewasemd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wasemen
jij zou wasemen
hij zou wasemen
wij zouden wasemen
jullie zouden wasemen
zij zouden wasemen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewasemd hebben
jij zou gewasemd hebben
hij zou gewasemd hebben
wij zouden gewasemd hebben
jullie zouden gewasemd hebben
zij zouden gewasemd hebben

Gebiedende wijs
wasem

Aanvoegende wijs
waseme

Voorbeelden

  1. We laten ons arresteren maar we laten Wasem ontsnappen.
    We get ourselves arrested but we let Wasem get away.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden