Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: wapperen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewapperd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik wapper
jij wappert
hij wappert
wij wapperen
jullie wapperen
zij wapperen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewapperd
jij hebt gewapperd
hij heeft gewapperd
wij hebben gewapperd
jullie hebben gewapperd
zij hebben gewapperd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik wapperde
jij wapperde
hij wapperde
wij wapperden
jullie wapperden
zij wapperden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewapperd
jij had gewapperd
hij had gewapperd
wij hadden gewapperd
jullie hadden gewapperd
zij hadden gewapperd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal wapperen
jij zult wapperen
hij zal wapperen
wij zullen wapperen
jullie zullen wapperen
zij zullen wapperen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewapperd hebben
jij zult gewapperd hebben
hij zal gewapperd hebben
wij zullen gewapperd hebben
jullie zullen gewapperd hebben
zij zullen gewapperd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou wapperen
jij zou wapperen
hij zou wapperen
wij zouden wapperen
jullie zouden wapperen
zij zouden wapperen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewapperd hebben
jij zou gewapperd hebben
hij zou gewapperd hebben
wij zouden gewapperd hebben
jullie zouden gewapperd hebben
zij zouden gewapperd hebben

Gebiedende wijs
wapper

Aanvoegende wijs
wappere

Voorbeelden

  1. Wapper niet met je polsen, Emily.
    Don 't flap the wrists, Emily.
  2. Wapper niet zo met je handen, bind ze vast!
    Quit flapping your hands, tie them!
  3. Gewoon... wapperen.
    Just... just... just wiggle.
  4. Hier geldt alle handen wapperen mee.
    This is all hands on deck.
  5. Kan je met je vleugels wapperen?
    Can you flap your wings?
  6. Frank, laat je handen eens wapperen.
    Frank, shake a tailfeather.
  7. En moge je voor altijd blijven wapperen
    And forever and e 'er may you wave
  8. Mijn gouden manen wapperen in de wind.
    My golden mane flies in the wind
  9. Ik ga het allemaal mar laten wapperen
    I 'm gonna let it all hang out
  10. Als je hem aanzette, gingen die reepjes wapperen.
    You 'd turn on the fan, and the ribbons would flutter.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden