Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: walmen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewalmd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik walm
jij walmt
hij walmt
wij walmen
jullie walmen
zij walmen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewalmd
jij hebt gewalmd
hij heeft gewalmd
wij hebben gewalmd
jullie hebben gewalmd
zij hebben gewalmd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik walmde
jij walmde
hij walmde
wij walmden
jullie walmden
zij walmden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewalmd
jij had gewalmd
hij had gewalmd
wij hadden gewalmd
jullie hadden gewalmd
zij hadden gewalmd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal walmen
jij zult walmen
hij zal walmen
wij zullen walmen
jullie zullen walmen
zij zullen walmen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewalmd hebben
jij zult gewalmd hebben
hij zal gewalmd hebben
wij zullen gewalmd hebben
jullie zullen gewalmd hebben
zij zullen gewalmd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou walmen
jij zou walmen
hij zou walmen
wij zouden walmen
jullie zouden walmen
zij zouden walmen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewalmd hebben
jij zou gewalmd hebben
hij zou gewalmd hebben
wij zouden gewalmd hebben
jullie zouden gewalmd hebben
zij zouden gewalmd hebben

Gebiedende wijs
walm

Aanvoegende wijs
walme

Voorbeelden

  1. Je zult nu getuigen zijn van iets genaamd... de Woeste Walm.
    You 're about to witness a little something we like to call... Fumes of Fury.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden