Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: waggelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewaggeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik waggel
jij waggelt
hij waggelt
wij waggelen
jullie waggelen
zij waggelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewaggeld
jij hebt gewaggeld
hij heeft gewaggeld
wij hebben gewaggeld
jullie hebben gewaggeld
zij hebben gewaggeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik waggelde
jij waggelde
hij waggelde
wij waggelden
jullie waggelden
zij waggelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewaggeld
jij had gewaggeld
hij had gewaggeld
wij hadden gewaggeld
jullie hadden gewaggeld
zij hadden gewaggeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal waggelen
jij zult waggelen
hij zal waggelen
wij zullen waggelen
jullie zullen waggelen
zij zullen waggelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewaggeld hebben
jij zult gewaggeld hebben
hij zal gewaggeld hebben
wij zullen gewaggeld hebben
jullie zullen gewaggeld hebben
zij zullen gewaggeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou waggelen
jij zou waggelen
hij zou waggelen
wij zouden waggelen
jullie zouden waggelen
zij zouden waggelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewaggeld hebben
jij zou gewaggeld hebben
hij zou gewaggeld hebben
wij zouden gewaggeld hebben
jullie zouden gewaggeld hebben
zij zouden gewaggeld hebben

Gebiedende wijs
waggel

Aanvoegende wijs
waggele

Voorbeelden

  1. Ja, de wiggel waggel.
    Yeah, the the wiggle-waggle.
  2. Ik waggel hier wel weg.
    I 'll waddle out somehow.
  3. Waggel maar naar mij toe.
    Just waddle towards me!
  4. Die waggel herinnert me aan nachtmerries.
    That waddle brings back nightmares.
  5. Hij is mijn wiggel waggel wiggelpoes.
    He 's my jiggly wiggly jigglepuss.
  6. Ze had het waggel en alles.
    She had the waddle and everything.
  7. Waggel er heen en geef je over.
    Just waddle over and turn yourself in.
  8. Ik waggel deze kant op en verspil meer van mijn leven.
    I 'm just going to waddle over here and waste more of my life.
  9. Ik geef toe dat ik iets minder elegant loop, maar ik waggel niet.
    I 'll admit I may be a little less graceful, but I don 't waddle.
  10. Bedoel je, waggelen als eenden?
    What, you mean... waddle like ducks?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden