Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: waden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewaad

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik waad
jij waadt
hij waadt
wij waden
jullie waden
zij waden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewaad
jij hebt gewaad
hij heeft gewaad
wij hebben gewaad
jullie hebben gewaad
zij hebben gewaad

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik waadde
jij waadde
hij waadde
wij waadden
jullie waadden
zij waadden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewaad
jij had gewaad
hij had gewaad
wij hadden gewaad
jullie hadden gewaad
zij hadden gewaad

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal waden
jij zult waden
hij zal waden
wij zullen waden
jullie zullen waden
zij zullen waden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewaad hebben
jij zult gewaad hebben
hij zal gewaad hebben
wij zullen gewaad hebben
jullie zullen gewaad hebben
zij zullen gewaad hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou waden
jij zou waden
hij zou waden
wij zouden waden
jullie zouden waden
zij zouden waden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewaad hebben
jij zou gewaad hebben
hij zou gewaad hebben
wij zouden gewaad hebben
jullie zouden gewaad hebben
zij zouden gewaad hebben

Gebiedende wijs
waad

Aanvoegende wijs
wade

Voorbeelden

  1. Dan waad je langzaam verder.
    And then you slowly wade in.
  2. Ik waad zo lang u wilt door die beek.
    I 'll wade around that creek as long as you like.
  3. Ik voel eerst met mijn tenen en waad voorzichtig in het ondiepe.
    I test the water with my big toe and then gently wade into the shallows.
  4. Ik heb mezelf aangeleerd om dat niet te doen en nu waad ik me tegen de stroming in.
    I devoted myself professionally to fighting these and now I 'm wading in them upstream.
  5. We zullen waden in klanten.
    We 'll be wading in customers.
  6. Nico moest door een berg kool waden.
    Nico had to wade through a mountain of cabbage.
  7. Geen gevaar voor hun waden door dit alles.
    No danger of their wading through all those.
  8. Zelfs in de regentijd kom je erdoorheen waden.
    You could wade across it at the height of the rainy season.
  9. De Range Rover kan waden door het water Bijna een meter diep.
    The range rover can Wade through water nearly a metre deep.
  10. Door hoeveel slijm moeten mijn compagnon en ik waden om u te helpen?
    How much slime will my associate and I have to wade through in order to help you?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden