Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: waaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gewaaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik waai
jij waait
hij waait
wij waaien
jullie waaien
zij waaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gewaaid
jij hebt gewaaid
hij heeft gewaaid
wij hebben gewaaid
jullie hebben gewaaid
zij hebben gewaaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik waaide/woei
jij waaide/woei
hij waaide/woei
wij waaiden/woeien
jullie waaiden/woeien
zij waaiden/woeien

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gewaaid
jij had gewaaid
hij had gewaaid
wij hadden gewaaid
jullie hadden gewaaid
zij hadden gewaaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal waaien
jij zult waaien
hij zal waaien
wij zullen waaien
jullie zullen waaien
zij zullen waaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gewaaid hebben
jij zult gewaaid hebben
hij zal gewaaid hebben
wij zullen gewaaid hebben
jullie zullen gewaaid hebben
zij zullen gewaaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou waaien
jij zou waaien
hij zou waaien
wij zouden waaien
jullie zouden waaien
zij zouden waaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gewaaid hebben
jij zou gewaaid hebben
hij zou gewaaid hebben
wij zouden gewaaid hebben
jullie zouden gewaaid hebben
zij zouden gewaaid hebben

Gebiedende wijs
waai

Aanvoegende wijs
waaie
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Noordenwind waai.
    North winds blow!
  2. Ik waai met jullie mee.
    I 'm like a tree in the wind.
  3. Als het gaat waaien...
    If-if the wind comes up...
  4. Laat uw overtuigingen waaien
    Shed your convictions
  5. Dingen waaien niet over.
    Things don 't blow over.
  6. Laat de wind waaien.
    Hit your wind.
  7. Het gaat nogal waaien, Bébert.
    It 's quite a blow, Bébert.
  8. De wind blijft gewoon waaien.
    The wind just keeps on blowing.
  9. Zulk soort dingen waaien nooit over.
    This kind of stuff does not blow over.
  10. Dat de bank weg kan waaien?
    The couch is in danger of flying away?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden