Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vuilmaken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vuilgemaakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik maak vuil
jij maakt vuil
hij maakt vuil
wij maken vuil
jullie maken vuil
zij maken vuil

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vuilmaak
dat jij vuilmaakt
dat hij vuilmaakt
dat wij vuilmaken
dat jullie vuilmaken
dat zij vuilmaken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vuilgemaakt
jij hebt vuilgemaakt
hij heeft vuilgemaakt
wij hebben vuilgemaakt
jullie hebben vuilgemaakt
zij hebben vuilgemaakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik maakte vuil
jij maakte vuil
hij maakte vuil
wij maakten vuil
jullie maakten vuil
zij maakten vuil

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vuilmaakte
dat jij vuilmaakte
dat hij vuilmaakte
dat wij vuilmaakten
dat jullie vuilmaakten
dat zij vuilmaakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vuilgemaakt
jij had vuilgemaakt
hij had vuilgemaakt
wij hadden vuilgemaakt
jullie hadden vuilgemaakt
zij hadden vuilgemaakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vuilmaken
jij zult vuilmaken
hij zal vuilmaken
wij zullen vuilmaken
jullie zullen vuilmaken
zij zullen vuilmaken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vuilgemaakt hebben
jij zult vuilgemaakt hebben
hij zal vuilgemaakt hebben
wij zullen vuilgemaakt hebben
jullie zullen vuilgemaakt hebben
zij zullen vuilgemaakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vuilmaken
jij zou vuilmaken
hij zou vuilmaken
wij zouden vuilmaken
jullie zouden vuilmaken
zij zouden vuilmaken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vuilgemaakt hebben
jij zou vuilgemaakt hebben
hij zou vuilgemaakt hebben
wij zouden vuilgemaakt hebben
jullie zouden vuilgemaakt hebben
zij zouden vuilgemaakt hebben

Gebiedende wijs
maak vuil

Aanvoegende wijs
vuilmake

Voorbeelden

  1. Niet je communiejurk vuilmaken.
    Don 't dirty the dress before your communion.
  2. Je zou m' n masker vuilmaken.
    You 'd just get my mask icky.
  3. Daar kan ik 199 niet aan vuilmaken.
    I can 't squander that on 199.
  4. De borden vuilmaken en je onderbroeken laten rondslingeren?
    Dirty the dishes and leave your underwears around?
  5. Ons rijke vriendje mag ook' s z' n handen vuilmaken.
    I think it 's time our rich boy got his hands dirty.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden