Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vragen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevraagd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vraag
jij vraagt
hij vraagt
wij vragen
jullie vragen
zij vragen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevraagd
jij hebt gevraagd
hij heeft gevraagd
wij hebben gevraagd
jullie hebben gevraagd
zij hebben gevraagd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vroeg/vraagde
jij vroeg/vraagde
hij vroeg/vraagde
wij vroegen/vraagden
jullie vroegen/vraagden
zij vroegen/vraagden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevraagd
jij had gevraagd
hij had gevraagd
wij hadden gevraagd
jullie hadden gevraagd
zij hadden gevraagd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vragen
jij zult vragen
hij zal vragen
wij zullen vragen
jullie zullen vragen
zij zullen vragen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevraagd hebben
jij zult gevraagd hebben
hij zal gevraagd hebben
wij zullen gevraagd hebben
jullie zullen gevraagd hebben
zij zullen gevraagd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vragen
jij zou vragen
hij zou vragen
wij zouden vragen
jullie zouden vragen
zij zouden vragen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevraagd hebben
jij zou gevraagd hebben
hij zou gevraagd hebben
wij zouden gevraagd hebben
jullie zouden gevraagd hebben
zij zouden gevraagd hebben

Gebiedende wijs
vraag

Aanvoegende wijs
vrage
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Ik vraag alleen vragen.
    I 'm just asking questions.
  2. Ik vraag de vragen.
    I 'm asking the questions.
  3. Vraag haar eerlijke vragen!
    Ask her fair questions!
  4. Ik vraag de moeilijkere vragen.
    I 'm asking the tough questions.
  5. Vraag wat je moet vragen.
    Ask what you need to ask.
  6. Vraag wat je wilde vragen.
    Ask what you were gonna ask.
  7. Vraag tegen vraag.
    Question by question.
  8. Ik ga u vragen deze vraag.
    I 'm gonna ask you this question.
  9. Als je vragen hebt, vraag maar.
    If you got any questions, ask them.
  10. Ik vraag jou een vraag.
    I 'm asking you a question.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden