Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vormen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevormd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vorm
jij vormt
hij vormt
wij vormen
jullie vormen
zij vormen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevormd
jij hebt gevormd
hij heeft gevormd
wij hebben gevormd
jullie hebben gevormd
zij hebben gevormd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vormde
jij vormde
hij vormde
wij vormden
jullie vormden
zij vormden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevormd
jij had gevormd
hij had gevormd
wij hadden gevormd
jullie hadden gevormd
zij hadden gevormd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vormen
jij zult vormen
hij zal vormen
wij zullen vormen
jullie zullen vormen
zij zullen vormen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevormd hebben
jij zult gevormd hebben
hij zal gevormd hebben
wij zullen gevormd hebben
jullie zullen gevormd hebben
zij zullen gevormd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vormen
jij zou vormen
hij zou vormen
wij zouden vormen
jullie zouden vormen
zij zouden vormen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevormd hebben
jij zou gevormd hebben
hij zou gevormd hebben
wij zouden gevormd hebben
jullie zouden gevormd hebben
zij zouden gevormd hebben

Gebiedende wijs
vorm

Aanvoegende wijs
vorme

Voorbeelden

  1. vorm
    form
  2. Vorm
    Shape
  3. vorm
    mould
  4. Interessante vorm.
    Interesting shape.
  5. fuga-vorm
    fugal form
  6. cyclische vorm
    cyclic form
  7. vrije vorm
    free form
  8. Een menselijke vorm.
    Had a human form.
  9. Kleur, vorm, stof?
    Color, shape, fabric?
  10. Een prachtige vorm.
    A beautiful shape.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden