Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: voorvoelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
voorvoeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik voorvoel
jij voorvoelt
hij voorvoelt
wij voorvoelen
jullie voorvoelen
zij voorvoelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb voorvoeld
jij hebt voorvoeld
hij heeft voorvoeld
wij hebben voorvoeld
jullie hebben voorvoeld
zij hebben voorvoeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik voorvoelde
jij voorvoelde
hij voorvoelde
wij voorvoelden
jullie voorvoelden
zij voorvoelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had voorvoeld
jij had voorvoeld
hij had voorvoeld
wij hadden voorvoeld
jullie hadden voorvoeld
zij hadden voorvoeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal voorvoelen
jij zult voorvoelen
hij zal voorvoelen
wij zullen voorvoelen
jullie zullen voorvoelen
zij zullen voorvoelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal voorvoeld hebben
jij zult voorvoeld hebben
hij zal voorvoeld hebben
wij zullen voorvoeld hebben
jullie zullen voorvoeld hebben
zij zullen voorvoeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou voorvoelen
jij zou voorvoelen
hij zou voorvoelen
wij zouden voorvoelen
jullie zouden voorvoelen
zij zouden voorvoelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou voorvoeld hebben
jij zou voorvoeld hebben
hij zou voorvoeld hebben
wij zouden voorvoeld hebben
jullie zouden voorvoeld hebben
zij zouden voorvoeld hebben

Gebiedende wijs
voorvoel

Aanvoegende wijs
voorvoele

Voorbeelden

  1. Jane en Alec zullen eerst mij willen opruimen omdat ik hun zetten kan voorvoelen.
    Jane and Alec will try and take me out first because I can anticipate their moves.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden