Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vooruithelpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vooruitgeholpen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik help vooruit
jij helpt vooruit
hij helpt vooruit
wij helpen vooruit
jullie helpen vooruit
zij helpen vooruit

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vooruithelp
dat jij vooruithelpt
dat hij vooruithelpt
dat wij vooruithelpen
dat jullie vooruithelpen
dat zij vooruithelpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vooruitgeholpen
jij hebt vooruitgeholpen
hij heeft vooruitgeholpen
wij hebben vooruitgeholpen
jullie hebben vooruitgeholpen
zij hebben vooruitgeholpen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hielp vooruit
jij hielp vooruit
hij hielp vooruit
wij hielpen vooruit
jullie hielpen vooruit
zij hielpen vooruit

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik vooruithielp
dat jij vooruithielp
dat hij vooruithielp
dat wij vooruithielpen
dat jullie vooruithielpen
dat zij vooruithielpen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vooruitgeholpen
jij had vooruitgeholpen
hij had vooruitgeholpen
wij hadden vooruitgeholpen
jullie hadden vooruitgeholpen
zij hadden vooruitgeholpen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vooruithelpen
jij zult vooruithelpen
hij zal vooruithelpen
wij zullen vooruithelpen
jullie zullen vooruithelpen
zij zullen vooruithelpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vooruitgeholpen hebben
jij zult vooruitgeholpen hebben
hij zal vooruitgeholpen hebben
wij zullen vooruitgeholpen hebben
jullie zullen vooruitgeholpen hebben
zij zullen vooruitgeholpen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vooruithelpen
jij zou vooruithelpen
hij zou vooruithelpen
wij zouden vooruithelpen
jullie zouden vooruithelpen
zij zouden vooruithelpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vooruitgeholpen hebben
jij zou vooruitgeholpen hebben
hij zou vooruitgeholpen hebben
wij zouden vooruitgeholpen hebben
jullie zouden vooruitgeholpen hebben
zij zouden vooruitgeholpen hebben

Gebiedende wijs
help vooruit

Aanvoegende wijs
vooruithelpe

Voorbeelden

  1. Het zou me echt vooruithelpen.
    It would really help me out.
  2. Hij kan genetisch onderzoek 100 jaar vooruithelpen.
    This guy could advance genetic research by a hundred years,
  3. Misschien kan rechercheur Potts je zaak vooruithelpen.
    Maybe Detective Potts can help you with your case.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden