Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: voortvloeien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
voortgevloeid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vloei voort
jij vloeit voort
hij vloeit voort
wij vloeien voort
jullie vloeien voort
zij vloeien voort

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voortvloei
dat jij voortvloeit
dat hij voortvloeit
dat wij voortvloeien
dat jullie voortvloeien
dat zij voortvloeien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb voortgevloeid
jij hebt voortgevloeid
hij heeft voortgevloeid
wij hebben voortgevloeid
jullie hebben voortgevloeid
zij hebben voortgevloeid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vloeide voort
jij vloeide voort
hij vloeide voort
wij vloeiden voort
jullie vloeiden voort
zij vloeiden voort

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voortvloeide
dat jij voortvloeide
dat hij voortvloeide
dat wij voortvloeiden
dat jullie voortvloeiden
dat zij voortvloeiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had voortgevloeid
jij had voortgevloeid
hij had voortgevloeid
wij hadden voortgevloeid
jullie hadden voortgevloeid
zij hadden voortgevloeid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal voortvloeien
jij zult voortvloeien
hij zal voortvloeien
wij zullen voortvloeien
jullie zullen voortvloeien
zij zullen voortvloeien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal voortgevloeid hebben
jij zult voortgevloeid hebben
hij zal voortgevloeid hebben
wij zullen voortgevloeid hebben
jullie zullen voortgevloeid hebben
zij zullen voortgevloeid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou voortvloeien
jij zou voortvloeien
hij zou voortvloeien
wij zouden voortvloeien
jullie zouden voortvloeien
zij zouden voortvloeien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou voortgevloeid hebben
jij zou voortgevloeid hebben
hij zou voortgevloeid hebben
wij zouden voortgevloeid hebben
jullie zouden voortgevloeid hebben
zij zouden voortgevloeid hebben

Gebiedende wijs
vloei voort

Aanvoegende wijs
voortvloeie

Voorbeelden

  1. Laat de muziek uit je voortvloeien.
    Let the music flow out of you.
  2. Ik zoek elke vorm van gerechtigheid die hieruit kan voortvloeien.
    I 'm after whatever justice I can see coming out of this thing.
  3. ik wilde geloven... dat hier iets goeds uit zou kunnen voortvloeien.
    I wanted to believe... that something goodcould come out of this.
  4. Fouten zijn net zo erg als de resultaten die daaruit voortvloeien!
    Mistakes are as serious as the results they cause!
  5. Er zijn veel beloningen die voortvloeien... uit het opstellen van schadevergoedingen.
    There are many rewards that flow... from the practice of making amends.
  6. Haar trauma kan voortvloeien uit haar familie te hebben gedood, of het zou een daad zijn.
    Her trauma could stem from having killed her family, or it could be an act.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden