Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: voorthelpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
voortgeholpen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik help voort
jij helpt voort
hij helpt voort
wij helpen voort
jullie helpen voort
zij helpen voort

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorthelp
dat jij voorthelpt
dat hij voorthelpt
dat wij voorthelpen
dat jullie voorthelpen
dat zij voorthelpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb voortgeholpen
jij hebt voortgeholpen
hij heeft voortgeholpen
wij hebben voortgeholpen
jullie hebben voortgeholpen
zij hebben voortgeholpen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hielp voort
jij hielp voort
hij hielp voort
wij hielpen voort
jullie hielpen voort
zij hielpen voort

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorthielp
dat jij voorthielp
dat hij voorthielp
dat wij voorthielpen
dat jullie voorthielpen
dat zij voorthielpen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had voortgeholpen
jij had voortgeholpen
hij had voortgeholpen
wij hadden voortgeholpen
jullie hadden voortgeholpen
zij hadden voortgeholpen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal voorthelpen
jij zult voorthelpen
hij zal voorthelpen
wij zullen voorthelpen
jullie zullen voorthelpen
zij zullen voorthelpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal voortgeholpen hebben
jij zult voortgeholpen hebben
hij zal voortgeholpen hebben
wij zullen voortgeholpen hebben
jullie zullen voortgeholpen hebben
zij zullen voortgeholpen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou voorthelpen
jij zou voorthelpen
hij zou voorthelpen
wij zouden voorthelpen
jullie zouden voorthelpen
zij zouden voorthelpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou voortgeholpen hebben
jij zou voortgeholpen hebben
hij zou voortgeholpen hebben
wij zouden voortgeholpen hebben
jullie zouden voortgeholpen hebben
zij zouden voortgeholpen hebben

Gebiedende wijs
help voort

Aanvoegende wijs
voorthelpe

Voorbeelden

  1. Hé, kan ik je voorthelpen?
    Hey, can I help you?
  2. William, Ik wil je voorthelpen.
    William, I want to help you.
  3. Ik denk dat het me veel zal voorthelpen.
    I think it 'll be very helpful to me.
  4. Ze moeten Christy gewoon voorthelpen tot haar 5-jaar status.
    We just need them to get Christy to the 5-year mark.
  5. Maar dat is niets, omdat mensen voorthelpen... klinkt als muziek in de oren.
    But that 's okay, because helping people out... is like music to my ears.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden