Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: voorsteken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
voorgestoken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik steek voor
jij steekt voor
hij steekt voor
wij steken voor
jullie steken voor
zij steken voor

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorsteek
dat jij voorsteekt
dat hij voorsteekt
dat wij voorsteken
dat jullie voorsteken
dat zij voorsteken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb voorgestoken
jij hebt voorgestoken
hij heeft voorgestoken
wij hebben voorgestoken
jullie hebben voorgestoken
zij hebben voorgestoken

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stak voor
jij stak voor
hij stak voor
wij staken voor
jullie staken voor
zij staken voor

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorstak
dat jij voorstak
dat hij voorstak
dat wij voorstaken
dat jullie voorstaken
dat zij voorstaken

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had voorgestoken
jij had voorgestoken
hij had voorgestoken
wij hadden voorgestoken
jullie hadden voorgestoken
zij hadden voorgestoken

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal voorsteken
jij zult voorsteken
hij zal voorsteken
wij zullen voorsteken
jullie zullen voorsteken
zij zullen voorsteken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal voorgestoken hebben
jij zult voorgestoken hebben
hij zal voorgestoken hebben
wij zullen voorgestoken hebben
jullie zullen voorgestoken hebben
zij zullen voorgestoken hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou voorsteken
jij zou voorsteken
hij zou voorsteken
wij zouden voorsteken
jullie zouden voorsteken
zij zouden voorsteken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou voorgestoken hebben
jij zou voorgestoken hebben
hij zou voorgestoken hebben
wij zouden voorgestoken hebben
jullie zouden voorgestoken hebben
zij zouden voorgestoken hebben

Gebiedende wijs
steek voor

Aanvoegende wijs
voorsteke

Voorbeelden

  1. Ik zie geen steek voor mijn ogen.
    I can 't see my hand in front of my face.
  2. Je liet KajaI in de steek voor Anna.
    You have left Kajal for Anna
  3. Je liet KajaI in de steek voor Anna.
    You have left KajaI for Anna
  4. Dit labo resultaat houdt geen steek voor mij.
    This one lab value doesn 't make sense to me.
  5. Liet u uw zoon in de steek voor 40 dollar?
    You abandoned your son to win $ 40?
  6. Hey, niet voorsteken.
    Hey. Hey! No cutting.
  7. En U laat alles in de steek voor zo' n risico.
    And you leave everything behind for such risk.
  8. Dat houdt perfect steek voor mij, maar nu hebben we haar broodnodig.
    Makes perfect sense to me, but right now we need her in the clean room.
  9. kan ik jullie voorsteken?
    Can I cut in front of you?
  10. Je laat ons gezin in de steek voor een complete vreemde! Is het veilig?
    You 're leaving our family for a total stranger! Is it safe?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden