NL: voorsorteren
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
voorgesorteerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik sorteer voor
jij sorteert voor
hij sorteert voor
wij sorteren voor
jullie sorteren voor
zij sorteren voor
|
| Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik voorsorteer
dat jij voorsorteert
dat hij voorsorteert
dat wij voorsorteren
dat jullie voorsorteren
dat zij voorsorteren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb voorgesorteerd
jij hebt voorgesorteerd
hij heeft voorgesorteerd
wij hebben voorgesorteerd
jullie hebben voorgesorteerd
zij hebben voorgesorteerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik sorteerde voor
jij sorteerde voor
hij sorteerde voor
wij sorteerden voor
jullie sorteerden voor
zij sorteerden voor
|
| Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik voorsorteerde
dat jij voorsorteerde
dat hij voorsorteerde
dat wij voorsorteerden
dat jullie voorsorteerden
dat zij voorsorteerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had voorgesorteerd
jij had voorgesorteerd
hij had voorgesorteerd
wij hadden voorgesorteerd
jullie hadden voorgesorteerd
zij hadden voorgesorteerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal voorsorteren
jij zult voorsorteren
hij zal voorsorteren
wij zullen voorsorteren
jullie zullen voorsorteren
zij zullen voorsorteren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal voorgesorteerd hebben
jij zult voorgesorteerd hebben
hij zal voorgesorteerd hebben
wij zullen voorgesorteerd hebben
jullie zullen voorgesorteerd hebben
zij zullen voorgesorteerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou voorsorteren
jij zou voorsorteren
hij zou voorsorteren
wij zouden voorsorteren
jullie zouden voorsorteren
zij zouden voorsorteren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou voorgesorteerd hebben
jij zou voorgesorteerd hebben
hij zou voorgesorteerd hebben
wij zouden voorgesorteerd hebben
jullie zouden voorgesorteerd hebben
zij zouden voorgesorteerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
sorteer voor
|
| Aanvoegende wijs |
| voorsortere |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden