Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: voorprogrammeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
voorgeprogrammeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik programmeer voor
jij programmeert voor
hij programmeert voor
wij programmeeren voor
jullie programmeeren voor
zij programmeeren voor

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorprogrammeer
dat jij voorprogrammeert
dat hij voorprogrammeert
dat wij voorprogrammeeren
dat jullie voorprogrammeeren
dat zij voorprogrammeeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb voorgeprogrammeerd
jij hebt voorgeprogrammeerd
hij heeft voorgeprogrammeerd
wij hebben voorgeprogrammeerd
jullie hebben voorgeprogrammeerd
zij hebben voorgeprogrammeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik programmeerde voor
jij programmeerde voor
hij programmeerde voor
wij programmeerden voor
jullie programmeerden voor
zij programmeerden voor

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorprogrammeerde
dat jij voorprogrammeerde
dat hij voorprogrammeerde
dat wij voorprogrammeerden
dat jullie voorprogrammeerden
dat zij voorprogrammeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had voorgeprogrammeerd
jij had voorgeprogrammeerd
hij had voorgeprogrammeerd
wij hadden voorgeprogrammeerd
jullie hadden voorgeprogrammeerd
zij hadden voorgeprogrammeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal voorprogrammeren
jij zult voorprogrammeren
hij zal voorprogrammeren
wij zullen voorprogrammeren
jullie zullen voorprogrammeren
zij zullen voorprogrammeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal voorgeprogrammeerd hebben
jij zult voorgeprogrammeerd hebben
hij zal voorgeprogrammeerd hebben
wij zullen voorgeprogrammeerd hebben
jullie zullen voorgeprogrammeerd hebben
zij zullen voorgeprogrammeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou voorprogrammeren
jij zou voorprogrammeren
hij zou voorprogrammeren
wij zouden voorprogrammeren
jullie zouden voorprogrammeren
zij zouden voorprogrammeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou voorgeprogrammeerd hebben
jij zou voorgeprogrammeerd hebben
hij zou voorgeprogrammeerd hebben
wij zouden voorgeprogrammeerd hebben
jullie zouden voorgeprogrammeerd hebben
zij zouden voorgeprogrammeerd hebben

Gebiedende wijs
programmeer voor

Aanvoegende wijs
voorprogrammere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden