Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: voorlichten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
voorgelicht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik licht voor
jij licht voor
hij licht voor
wij lichten voor
jullie lichten voor
zij lichten voor

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorlicht
dat jij voorlicht
dat hij voorlicht
dat wij voorlichten
dat jullie voorlichten
dat zij voorlichten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb voorgelicht
jij hebt voorgelicht
hij heeft voorgelicht
wij hebben voorgelicht
jullie hebben voorgelicht
zij hebben voorgelicht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik lichtte voor
jij lichtte voor
hij lichtte voor
wij lichtten voor
jullie lichtten voor
zij lichtten voor

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik voorlichtte
dat jij voorlichtte
dat hij voorlichtte
dat wij voorlichtten
dat jullie voorlichtten
dat zij voorlichtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had voorgelicht
jij had voorgelicht
hij had voorgelicht
wij hadden voorgelicht
jullie hadden voorgelicht
zij hadden voorgelicht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal voorlichten
jij zult voorlichten
hij zal voorlichten
wij zullen voorlichten
jullie zullen voorlichten
zij zullen voorlichten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal voorgelicht hebben
jij zult voorgelicht hebben
hij zal voorgelicht hebben
wij zullen voorgelicht hebben
jullie zullen voorgelicht hebben
zij zullen voorgelicht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou voorlichten
jij zou voorlichten
hij zou voorlichten
wij zouden voorlichten
jullie zouden voorlichten
zij zouden voorlichten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou voorgelicht hebben
jij zou voorgelicht hebben
hij zou voorgelicht hebben
wij zouden voorgelicht hebben
jullie zouden voorgelicht hebben
zij zouden voorgelicht hebben

Gebiedende wijs
licht voor

Aanvoegende wijs
voorlichte

Voorbeelden

  1. Groen licht voor de delvers.
    Green light to the diggers.
  2. Nee, geen licht voor mij.
    No, no lights for me.
  3. Geen licht voor de oneerbiedigen.
    No light for the flippant.
  4. Groen licht voor Ed' s binnenkomst.
    Green light on Ed 's entry.
  5. Laat het licht voor altijd uit doven.
    Let light be forever extinguished.
  6. Was het er te licht voor jou?
    Was it too bright in there for you?
  7. Ik wil groen licht voor onze eenheid.
    I want the all-clear for our landing party.
  8. Maar er was een licht voor het venster.
    But there was a light in the window.
  9. Ik gaf hem groen licht voor drie testbronnen.
    I promised him an okay for three test wells.
  10. Groen licht voor lancering van de Ares 5.
    for the launch of the Ares 5.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden