Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: volstoppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
volgestopt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stop vol
jij stopt vol
hij stopt vol
wij stoppen vol
jullie stoppen vol
zij stoppen vol

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik volstop
dat jij volstopt
dat hij volstopt
dat wij volstoppen
dat jullie volstoppen
dat zij volstoppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb volgestopt
jij hebt volgestopt
hij heeft volgestopt
wij hebben volgestopt
jullie hebben volgestopt
zij hebben volgestopt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stopte vol
jij stopte vol
hij stopte vol
wij stopten vol
jullie stopten vol
zij stopten vol

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik volstopte
dat jij volstopte
dat hij volstopte
dat wij volstopten
dat jullie volstopten
dat zij volstopten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had volgestopt
jij had volgestopt
hij had volgestopt
wij hadden volgestopt
jullie hadden volgestopt
zij hadden volgestopt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal volstoppen
jij zult volstoppen
hij zal volstoppen
wij zullen volstoppen
jullie zullen volstoppen
zij zullen volstoppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal volgestopt hebben
jij zult volgestopt hebben
hij zal volgestopt hebben
wij zullen volgestopt hebben
jullie zullen volgestopt hebben
zij zullen volgestopt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou volstoppen
jij zou volstoppen
hij zou volstoppen
wij zouden volstoppen
jullie zouden volstoppen
zij zouden volstoppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou volgestopt hebben
jij zou volgestopt hebben
hij zou volgestopt hebben
wij zouden volgestopt hebben
jullie zouden volgestopt hebben
zij zouden volgestopt hebben

Gebiedende wijs
stop vol

Aanvoegende wijs
volstoppe

Voorbeelden

  1. Zullen we hem volstoppen?
    Let 's put stuff in it.
  2. Popcorn, we kunnen je niet volstoppen.
    Popcorn, we can 't feed you.
  3. Ze zal' t Hooggerechtshof volstoppen met jongens.
    She 'll pack the Supreme Court with boys!
  4. Laten we ons volstoppen tot we ziek zijn.
    Let 's stuff our faces till we get sick.
  5. Laten we hem volstoppen met drugs en terugsturen naar zijn oma.
    I say we fill his corpse with drugs and send it back to his Grammy!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden