Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vlokken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevlokt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlok
jij vlokt
hij vlokt
wij vlokken
jullie vlokken
zij vlokken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevlokt
jij hebt gevlokt
hij heeft gevlokt
wij hebben gevlokt
jullie hebben gevlokt
zij hebben gevlokt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vlokte
jij vlokte
hij vlokte
wij vlokten
jullie vlokten
zij vlokten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevlokt
jij had gevlokt
hij had gevlokt
wij hadden gevlokt
jullie hadden gevlokt
zij hadden gevlokt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vlokken
jij zult vlokken
hij zal vlokken
wij zullen vlokken
jullie zullen vlokken
zij zullen vlokken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevlokt hebben
jij zult gevlokt hebben
hij zal gevlokt hebben
wij zullen gevlokt hebben
jullie zullen gevlokt hebben
zij zullen gevlokt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vlokken
jij zou vlokken
hij zou vlokken
wij zouden vlokken
jullie zouden vlokken
zij zouden vlokken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevlokt hebben
jij zou gevlokt hebben
hij zou gevlokt hebben
wij zouden gevlokt hebben
jullie zouden gevlokt hebben
zij zouden gevlokt hebben

Gebiedende wijs
vlok

Aanvoegende wijs
vlokke

Voorbeelden

  1. Ik vlok urenlang niet.
    l don 't flake for hours.
  2. Elke vlok is uniek en ijskoud.
    Each one is unique and icy cold.
  3. Dus iedereen vlok uit voor een tijdje.
    So everybody flake out for a while.
  4. Een ding van de Boliviaanse vlok - klaar.
    One thing of Bolivian flake--done.
  5. De vlok is nog niet begonnen te vormen.
    Flake hasn 't yet started to form.
  6. Ja, en elke vlok betekent nog een piek in Norm' s zak.
    Yeah, and every flake means another buck in Norm 's pocket.
  7. Die rode vlokken hier?
    What about those red flakes in there?
  8. Vlokken van de tandwielen.
    Flakes from the gears.
  9. Ceder vlokken in de kooi.
    Cedar chips in the cage.
  10. Zitten er gouden vlokken in?
    Will it have gold flecks in it?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden