Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vlijen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevlijd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlij
jij vlijt
hij vlijt
wij vlijen
jullie vlijen
zij vlijen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevlijd
jij hebt gevlijd
hij heeft gevlijd
wij hebben gevlijd
jullie hebben gevlijd
zij hebben gevlijd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vlijde
jij vlijde
hij vlijde
wij vlijden
jullie vlijden
zij vlijden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevlijd
jij had gevlijd
hij had gevlijd
wij hadden gevlijd
jullie hadden gevlijd
zij hadden gevlijd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vlijen
jij zult vlijen
hij zal vlijen
wij zullen vlijen
jullie zullen vlijen
zij zullen vlijen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevlijd hebben
jij zult gevlijd hebben
hij zal gevlijd hebben
wij zullen gevlijd hebben
jullie zullen gevlijd hebben
zij zullen gevlijd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vlijen
jij zou vlijen
hij zou vlijen
wij zouden vlijen
jullie zouden vlijen
zij zouden vlijen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevlijd hebben
jij zou gevlijd hebben
hij zou gevlijd hebben
wij zouden gevlijd hebben
jullie zouden gevlijd hebben
zij zouden gevlijd hebben

Gebiedende wijs
vlij

Aanvoegende wijs
vlije

Voorbeelden

  1. Vlij mij niet met je leugenachtige tong.
    Do not ply me with silver tongue.
  2. Probeer me niet te vlijen.
    Do not try to flatter me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden