Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vleien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevleid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlei
jij vleit
hij vleit
wij vleien
jullie vleien
zij vleien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevleid
jij hebt gevleid
hij heeft gevleid
wij hebben gevleid
jullie hebben gevleid
zij hebben gevleid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vleide
jij vleide
hij vleide
wij vleiden
jullie vleiden
zij vleiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevleid
jij had gevleid
hij had gevleid
wij hadden gevleid
jullie hadden gevleid
zij hadden gevleid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vleien
jij zult vleien
hij zal vleien
wij zullen vleien
jullie zullen vleien
zij zullen vleien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevleid hebben
jij zult gevleid hebben
hij zal gevleid hebben
wij zullen gevleid hebben
jullie zullen gevleid hebben
zij zullen gevleid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vleien
jij zou vleien
hij zou vleien
wij zouden vleien
jullie zouden vleien
zij zouden vleien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevleid hebben
jij zou gevleid hebben
hij zou gevleid hebben
wij zouden gevleid hebben
jullie zouden gevleid hebben
zij zouden gevleid hebben

Gebiedende wijs
vlei

Aanvoegende wijs
vleie

Voorbeelden

  1. Vlei de dooie maar.
    Flatter the dead man.
  2. Vlei je zelf niet.
    Don 't flatter yourself.
  3. Vlei jezelf niet, broertje.
    Don 't flatter yourself, little brother.
  4. Vlei jezelf niet, gast.
    Don 't flatter yourself, dude.
  5. Vlei jezelf niet, Jack.
    Don 't flatter yourself, Jack.
  6. Zoon... Vlei jezelf niet.
    Son... don 't flatter yourself.
  7. Vlei jezelf niet, Tommy.
    Don 't flatter yourself, Tommy.
  8. Vlei jezelf niet zo.
    Stop flattering yourself.
  9. En dan... Vlei d' r.
    And then... sweet-talk her.
  10. Vlei me niet zo, schatje.
    Quit sweet-talking me, baby.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden