Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vlassen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevlast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlas
jij vlast
hij vlast
wij vlassen
jullie vlassen
zij vlassen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevlast
jij hebt gevlast
hij heeft gevlast
wij hebben gevlast
jullie hebben gevlast
zij hebben gevlast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vlaste
jij vlaste
hij vlaste
wij vlasten
jullie vlasten
zij vlasten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevlast
jij had gevlast
hij had gevlast
wij hadden gevlast
jullie hadden gevlast
zij hadden gevlast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vlassen
jij zult vlassen
hij zal vlassen
wij zullen vlassen
jullie zullen vlassen
zij zullen vlassen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevlast hebben
jij zult gevlast hebben
hij zal gevlast hebben
wij zullen gevlast hebben
jullie zullen gevlast hebben
zij zullen gevlast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vlassen
jij zou vlassen
hij zou vlassen
wij zouden vlassen
jullie zouden vlassen
zij zouden vlassen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevlast hebben
jij zou gevlast hebben
hij zou gevlast hebben
wij zouden gevlast hebben
jullie zouden gevlast hebben
zij zouden gevlast hebben

Gebiedende wijs
vlas

Aanvoegende wijs
vlasse

Voorbeelden

  1. 25 % katoen en 75 % vlas.
    25 % cotton and 75 % linen.
  2. Hij verbouwde vlas en ging failliet.
    Went belly up trying to grow flax.
  3. Op de noordelijke akker moesten we dit jaar eens vlas proberen in plaats van maïs.
    And maybe we should try flax instead of corn this year in the north pasture.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden