Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vlakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevlakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vlak
jij vlakt
hij vlakt
wij vlakken
jullie vlakken
zij vlakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevlakt
jij hebt gevlakt
hij heeft gevlakt
wij hebben gevlakt
jullie hebben gevlakt
zij hebben gevlakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vlakte
jij vlakte
hij vlakte
wij vlakten
jullie vlakten
zij vlakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevlakt
jij had gevlakt
hij had gevlakt
wij hadden gevlakt
jullie hadden gevlakt
zij hadden gevlakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vlakken
jij zult vlakken
hij zal vlakken
wij zullen vlakken
jullie zullen vlakken
zij zullen vlakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevlakt hebben
jij zult gevlakt hebben
hij zal gevlakt hebben
wij zullen gevlakt hebben
jullie zullen gevlakt hebben
zij zullen gevlakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vlakken
jij zou vlakken
hij zou vlakken
wij zouden vlakken
jullie zouden vlakken
zij zouden vlakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevlakt hebben
jij zou gevlakt hebben
hij zou gevlakt hebben
wij zouden gevlakt hebben
jullie zouden gevlakt hebben
zij zouden gevlakt hebben

Gebiedende wijs
vlak

Aanvoegende wijs
vlakke

Voorbeelden

  1. vlak
    flat (level)
  2. Hersenactiviteit vlak.
    Brain activity flat.
  3. hindernisvrij vlak
    obstacle clearance surface
  4. vlak (anatomie)
    plane
  5. Vlak voor zonsopgang
    Just before dawn.
  6. Vlak voor middernacht.
    A little before midnight.
  7. Vlak achter jullie.
    Right behind you!
  8. Vlak voor zonsopgang.
    You always go right before dawn.
  9. Vlak na spertijd.
    Shortly after curfew.
  10. horizontaal vlak (anatomie)
    horizontal plane

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden