Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: visualiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevisualiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik visualiseer
jij visualiseert
hij visualiseert
wij visualiseren
jullie visualiseren
zij visualiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevisualiseerd
jij hebt gevisualiseerd
hij heeft gevisualiseerd
wij hebben gevisualiseerd
jullie hebben gevisualiseerd
zij hebben gevisualiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik visualiseerde
jij visualiseerde
hij visualiseerde
wij visualiseerden
jullie visualiseerden
zij visualiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevisualiseerd
jij had gevisualiseerd
hij had gevisualiseerd
wij hadden gevisualiseerd
jullie hadden gevisualiseerd
zij hadden gevisualiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal visualiseren
jij zult visualiseren
hij zal visualiseren
wij zullen visualiseren
jullie zullen visualiseren
zij zullen visualiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevisualiseerd hebben
jij zult gevisualiseerd hebben
hij zal gevisualiseerd hebben
wij zullen gevisualiseerd hebben
jullie zullen gevisualiseerd hebben
zij zullen gevisualiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou visualiseren
jij zou visualiseren
hij zou visualiseren
wij zouden visualiseren
jullie zouden visualiseren
zij zouden visualiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevisualiseerd hebben
jij zou gevisualiseerd hebben
hij zou gevisualiseerd hebben
wij zouden gevisualiseerd hebben
jullie zouden gevisualiseerd hebben
zij zouden gevisualiseerd hebben

Gebiedende wijs
visualiseer

Aanvoegende wijs
visualisere

Voorbeelden

  1. Visualiseer je geheugenpaleis.
    Visualize your mind palace.
  2. Ik visualiseer de genezing.
    I visualize healing.
  3. Visualiseer het zwarte licht vol met stress.
    Visualise the black light full of stress.
  4. Waarom visualiseer je niet gewoon dat ik beken?
    Why don 't you just visualize me pleading guilty? See how that works.
  5. En als ik nu visualiseer dat mensen mij betalen?
    What if I just visualized checks coming in the mail?
  6. Wat ik visualiseer is dat je leeft onder een viaduct.
    What I 'm visualizing is you living under an overpass.
  7. Visualiseer het als je boosheid en gooi het uit je leven.
    Visualize it as your anger a-and-and toss it out of your life.
  8. Visualiseer je kwaadheid als een rode wolk binnen in je lichaam.
    Visualize your anger as a red cloud inside your body.
  9. Visualiseren, dan aanvallen.
    Visualize, then attack.
  10. Je moet visualiseren.
    You gotta visualize.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden