Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: visiteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gevisiteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik visiteer
jij visiteert
hij visiteert
wij visiteren
jullie visiteren
zij visiteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gevisiteerd
jij hebt gevisiteerd
hij heeft gevisiteerd
wij hebben gevisiteerd
jullie hebben gevisiteerd
zij hebben gevisiteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik visiteerde
jij visiteerde
hij visiteerde
wij visiteerden
jullie visiteerden
zij visiteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gevisiteerd
jij had gevisiteerd
hij had gevisiteerd
wij hadden gevisiteerd
jullie hadden gevisiteerd
zij hadden gevisiteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal visiteren
jij zult visiteren
hij zal visiteren
wij zullen visiteren
jullie zullen visiteren
zij zullen visiteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gevisiteerd hebben
jij zult gevisiteerd hebben
hij zal gevisiteerd hebben
wij zullen gevisiteerd hebben
jullie zullen gevisiteerd hebben
zij zullen gevisiteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou visiteren
jij zou visiteren
hij zou visiteren
wij zouden visiteren
jullie zouden visiteren
zij zouden visiteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gevisiteerd hebben
jij zou gevisiteerd hebben
hij zou gevisiteerd hebben
wij zouden gevisiteerd hebben
jullie zouden gevisiteerd hebben
zij zouden gevisiteerd hebben

Gebiedende wijs
visiteer

Aanvoegende wijs
visitere

Voorbeelden

  1. Je zou me nog visiteren.
    Remember the strip search you owe me?
  2. Wilde je haar ook gaan visiteren?
    Were you gonna strip-search her next?
  3. Ik zou hem graag willen visiteren.
    I 'd be happy to strip-search him.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden