Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: veteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geveterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik veter
jij vetert
hij vetert
wij veteren
jullie veteren
zij veteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geveterd
jij hebt geveterd
hij heeft geveterd
wij hebben geveterd
jullie hebben geveterd
zij hebben geveterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik veterde
jij veterde
hij veterde
wij veterden
jullie veterden
zij veterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geveterd
jij had geveterd
hij had geveterd
wij hadden geveterd
jullie hadden geveterd
zij hadden geveterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal veteren
jij zult veteren
hij zal veteren
wij zullen veteren
jullie zullen veteren
zij zullen veteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geveterd hebben
jij zult geveterd hebben
hij zal geveterd hebben
wij zullen geveterd hebben
jullie zullen geveterd hebben
zij zullen geveterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou veteren
jij zou veteren
hij zou veteren
wij zouden veteren
jullie zouden veteren
zij zouden veteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geveterd hebben
jij zou geveterd hebben
hij zou geveterd hebben
wij zouden geveterd hebben
jullie zouden geveterd hebben
zij zouden geveterd hebben

Gebiedende wijs
veter

Aanvoegende wijs
vetere

Voorbeelden

  1. Je veter zit los.
    Your shoe 's untied!
  2. Maak je veter vast.
    Tie your shoelace.
  3. Mijn veter zit los.
    My shoe 's untied.
  4. Ik haal deze veter eruit.
    Taking this lace out.
  5. M' n veter is los.
    My shoelace is undone.
  6. Veter mijn jurk even dicht.
    Help me lace my dress.
  7. Klaar met de veter? Goed.
    You got that lace?
  8. Gooi even die veter hierheen, alsjeblieft.
    Throw me the shoelace, please.
  9. Mam, kan iemand m' n veter losmaken?
    Mom, can someone untie my shoe?
  10. Ik verhoog de inzet met twee knopen en een veter.
    Raise you two buttons and a shoelace.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden