Voorbeelden

1. Geh nur und verüb Verbrechen, wie es dir beliebt.
   Ga je gang en maak de overtreding die je wil, lieverd.
2. Terroristen verüben Anschläge.
   Terroristen laten bommen exploderen.
3. Und sie verüben Terroranschläge.
   En ze plegen terroristische acties.
4. Wir verüben keine Rache, Lucifer.
   Wij nemen niet echt wraak, Lucifer.
5. Die Befriedigung kommt durch das Verüben.
   De voldoening zit' m in de uitvoering.
6. Mein Sohn wollte einen Anschlag verüben.
   Mijn zoon had een plan voor een aanval.
7. Vielleicht will er einen Sabotageakt verüben.
   Hij kan sabotage plegen of informatie analyseren.
8. Verüben Sie sexuelle Akte an ihnen?
   Pastte je seksuele handelingen toe op hen?
9. Dass sie Gräueltaten an uns verüben, weil...
   Dat ze bezoeken Wreedheden op ons, omdat...
10. Sie werden Völkermord an ihnen verüben müssen.
    Je zult gedwongen worden om genocide te plegen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden