Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verzwaren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verzwaard

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verzwaar
jij verzwaart
hij verzwaart
wij verzwaren
jullie verzwaren
zij verzwaren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verzwaard
jij hebt verzwaard
hij heeft verzwaard
wij hebben verzwaard
jullie hebben verzwaard
zij hebben verzwaard

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verzwaarde
jij verzwaarde
hij verzwaarde
wij verzwaarden
jullie verzwaarden
zij verzwaarden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verzwaard
jij had verzwaard
hij had verzwaard
wij hadden verzwaard
jullie hadden verzwaard
zij hadden verzwaard

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verzwaren
jij zult verzwaren
hij zal verzwaren
wij zullen verzwaren
jullie zullen verzwaren
zij zullen verzwaren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verzwaard hebben
jij zult verzwaard hebben
hij zal verzwaard hebben
wij zullen verzwaard hebben
jullie zullen verzwaard hebben
zij zullen verzwaard hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verzwaren
jij zou verzwaren
hij zou verzwaren
wij zouden verzwaren
jullie zouden verzwaren
zij zouden verzwaren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verzwaard hebben
jij zou verzwaard hebben
hij zou verzwaard hebben
wij zouden verzwaard hebben
jullie zouden verzwaard hebben
zij zouden verzwaard hebben

Gebiedende wijs
verzwaar

Aanvoegende wijs
verzware

Voorbeelden

  1. Verzwaar de gevolgen.
    Stiffen the consequences.
  2. Verzwaar het met stenen.
    Weight it with stones.
  3. Verzwaar je lasten niet met deze geheimen van enge mensen.
    Don 't burden yourself with the secrets of scary people.
  4. verzwaren
    impede
  5. Verzwaren en in het meer gooien.
    We weigh them down and toss them in the lake.
  6. Frank, Brenda, kom op, gaan jullie het hier nog verzwaren?
    Frank, Brenda, come on, are you guys gonna weigh in here?
  7. Ik wil je last niet verzwaren, maar juist lichter maken.
    I don 't mean to add to your burdens, only lighten them.
  8. Hodgins vond resten van sintelblokken om een lichaam te verzwaren.
    Hodgins did find remnants of cinder blocks to weigh down a body.
  9. Als we haar niet verzwaren, is zij aan de kust voor wij er zijn.
    If we don 't weigh her down, she 'll be ashore before we are.
  10. Hij zou haar niet verzwaren tot het diep genoeg was om haar te laten zinken.
    He wouldn 't want to weight her down until she was deep enough to let her sink.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden