Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verzachten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verzacht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verzacht
jij verzacht
hij verzacht
wij verzachten
jullie verzachten
zij verzachten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verzacht
jij hebt verzacht
hij heeft verzacht
wij hebben verzacht
jullie hebben verzacht
zij hebben verzacht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verzachtte
jij verzachtte
hij verzachtte
wij verzachtten
jullie verzachtten
zij verzachtten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verzacht
jij had verzacht
hij had verzacht
wij hadden verzacht
jullie hadden verzacht
zij hadden verzacht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verzachten
jij zult verzachten
hij zal verzachten
wij zullen verzachten
jullie zullen verzachten
zij zullen verzachten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verzacht hebben
jij zult verzacht hebben
hij zal verzacht hebben
wij zullen verzacht hebben
jullie zullen verzacht hebben
zij zullen verzacht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verzachten
jij zou verzachten
hij zou verzachten
wij zouden verzachten
jullie zouden verzachten
zij zouden verzachten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verzacht hebben
jij zou verzacht hebben
hij zou verzacht hebben
wij zouden verzacht hebben
jullie zouden verzacht hebben
zij zouden verzacht hebben

Gebiedende wijs
verzacht

Aanvoegende wijs
verzachte

Voorbeelden

  1. Word, Hermia, verzacht.
    Word, Hermia, softened.
  2. Ik verzacht de klap.
    I 'll soften the blow.
  3. Opluchting verzacht mijn schuldgevoel.
    My guilt is tempered with relief.
  4. Dat verzacht de pijn.
    That eases the pain.
  5. Misschien verzacht' t haar.
    It might soften her up.
  6. Pijn verzacht je niet.
    You don 't ease pain.
  7. Dat verzacht de pijn.
    It will take away the pain.
  8. Kom, verzacht je pijn.
    Come, ease your pain.
  9. Verzacht het maar niet.
    Save us the euphemisms.
  10. Ik verzacht de irritatie.
    I 'm soothing the irritation.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden