Voorbeelden

1. Schwerter sind zum Verwunden!
   Zwaarden verwonden.
2. Nein, das habe ich verwunden.
   Nee, dat heb ik achter me gelaten.
3. Sie hätte es lange nicht verwunden.
   Het zou lang duren voor ze eroverheen zou zijn.
4. Können wir nicht ein paar verwunden?
   Kunnen we ze niet verwonden?
5. Aber er hat es immer verwunden.
   Maar hij zette zich eroverheen.
6. Ich hab was anderes nicht verwunden.
   Ik ben iets anders niet te boven gekomen.
7. Du hast unsere Trennung nie verwunden.
   Je hebt me nooit vergeven dat ik vertrok.
8. sie hat es noch nicht verwunden.
   Ze is er nog steeds niet overheen.
9. Er hat den Verlust nie richtig verwunden.
   Hij heeft het verlies nooit verwerkt.
10. Achten Sie darauf, dass Sie ihn nur verwunden.
    Als je schiet, mag je' m alleen verwonden.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden