Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verwikkelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verwikkeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verwikkel
jij verwikkelt
hij verwikkelt
wij verwikkelen
jullie verwikkelen
zij verwikkelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verwikkeld
jij hebt verwikkeld
hij heeft verwikkeld
wij hebben verwikkeld
jullie hebben verwikkeld
zij hebben verwikkeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verwikkelde
jij verwikkelde
hij verwikkelde
wij verwikkelden
jullie verwikkelden
zij verwikkelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verwikkeld
jij had verwikkeld
hij had verwikkeld
wij hadden verwikkeld
jullie hadden verwikkeld
zij hadden verwikkeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verwikkelen
jij zult verwikkelen
hij zal verwikkelen
wij zullen verwikkelen
jullie zullen verwikkelen
zij zullen verwikkelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verwikkeld hebben
jij zult verwikkeld hebben
hij zal verwikkeld hebben
wij zullen verwikkeld hebben
jullie zullen verwikkeld hebben
zij zullen verwikkeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verwikkelen
jij zou verwikkelen
hij zou verwikkelen
wij zouden verwikkelen
jullie zouden verwikkelen
zij zouden verwikkelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verwikkeld hebben
jij zou verwikkeld hebben
hij zou verwikkeld hebben
wij zouden verwikkeld hebben
jullie zouden verwikkeld hebben
zij zouden verwikkeld hebben

Gebiedende wijs
verwikkel

Aanvoegende wijs
verwikkele

Voorbeelden

  1. En de grootste kick is het verwikkelen van de zwakken en behoeftigen in haar misdaden.
    And the biggest kick of all is embroiling the weak and the needy in her crimes.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden