Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verwezenlijken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verwezenlijkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verwezenlijk
jij verwezenlijkt
hij verwezenlijkt
wij verwezenlijken
jullie verwezenlijken
zij verwezenlijken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verwezenlijkt
jij hebt verwezenlijkt
hij heeft verwezenlijkt
wij hebben verwezenlijkt
jullie hebben verwezenlijkt
zij hebben verwezenlijkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verwezenlijkte
jij verwezenlijkte
hij verwezenlijkte
wij verwezenlijkten
jullie verwezenlijkten
zij verwezenlijkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verwezenlijkt
jij had verwezenlijkt
hij had verwezenlijkt
wij hadden verwezenlijkt
jullie hadden verwezenlijkt
zij hadden verwezenlijkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verwezenlijken
jij zult verwezenlijken
hij zal verwezenlijken
wij zullen verwezenlijken
jullie zullen verwezenlijken
zij zullen verwezenlijken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verwezenlijkt hebben
jij zult verwezenlijkt hebben
hij zal verwezenlijkt hebben
wij zullen verwezenlijkt hebben
jullie zullen verwezenlijkt hebben
zij zullen verwezenlijkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verwezenlijken
jij zou verwezenlijken
hij zou verwezenlijken
wij zouden verwezenlijken
jullie zouden verwezenlijken
zij zouden verwezenlijken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verwezenlijkt hebben
jij zou verwezenlijkt hebben
hij zou verwezenlijkt hebben
wij zouden verwezenlijkt hebben
jullie zouden verwezenlijkt hebben
zij zouden verwezenlijkt hebben

Gebiedende wijs
verwezenlijk

Aanvoegende wijs
verwezenlijke

Voorbeelden

  1. Help die te verwezenlijken.
    Help me make it a reality.
  2. Dat is lastig te verwezenlijken.
    Thorsen has made life difficult for Birgitte Nyborg.
  3. En wat wilde je verwezenlijken?
    And what did you want to get done?
  4. Hoe denkt je dat te verwezenlijken?
    And how the hell do you think you 'll manage that?
  5. Ze heeft die droom niet kunnen verwezenlijken.
    She obviously didn 't get the chance to see that dream happen.
  6. Daarmee kun je je gedroomde zelf verwezenlijken.
    These are the tools you 've been given to make yourself what you would be.
  7. Dan wil ik dat we ze verwezenlijken.
    And then I want us to make them.
  8. Het gaat erom dat we iets verwezenlijken.
    What counts is that we all achieve something.
  9. Ik verzeker u hij zal het verwezenlijken.
    I assure you he will succeed.
  10. Wat we zouden kunnen verwezenlijken met die geldinstroom.
    The things we could do with that influx of cash.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden