NL: verwezen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
verweesd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik verwez jij verwezt hij verwezt wij verwezen jullie verwezen zij verwezen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb verweesd jij hebt verweesd hij heeft verweesd wij hebben verweesd jullie hebben verweesd zij hebben verweesd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik verweesde jij verweesde hij verweesde wij verweesden jullie verweesden zij verweesden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had verweesd jij had verweesd hij had verweesd wij hadden verweesd jullie hadden verweesd zij hadden verweesd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal verwezen jij zult verwezen hij zal verwezen wij zullen verwezen jullie zullen verwezen zij zullen verwezen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal verweesd hebben jij zult verweesd hebben hij zal verweesd hebben wij zullen verweesd hebben jullie zullen verweesd hebben zij zullen verweesd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou verwezen jij zou verwezen hij zou verwezen wij zouden verwezen jullie zouden verwezen zij zouden verwezen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou verweesd hebben jij zou verweesd hebben hij zou verweesd hebben wij zouden verweesd hebben jullie zouden verweesd hebben zij zouden verweesd hebben
|
Gebiedende wijs |
verwez
|
Aanvoegende wijs |
verweze |