Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verwereldlijken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verwereldlijkt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verwereldlijk
jij verwereldlijkt
hij verwereldlijkt
wij verwereldlijken
jullie verwereldlijken
zij verwereldlijken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verwereldlijkt
jij hebt verwereldlijkt
hij heeft verwereldlijkt
wij hebben verwereldlijkt
jullie hebben verwereldlijkt
zij hebben verwereldlijkt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verwereldlijkte
jij verwereldlijkte
hij verwereldlijkte
wij verwereldlijkten
jullie verwereldlijkten
zij verwereldlijkten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verwereldlijkt
jij had verwereldlijkt
hij had verwereldlijkt
wij hadden verwereldlijkt
jullie hadden verwereldlijkt
zij hadden verwereldlijkt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verwereldlijken
jij zult verwereldlijken
hij zal verwereldlijken
wij zullen verwereldlijken
jullie zullen verwereldlijken
zij zullen verwereldlijken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verwereldlijkt hebben
jij zult verwereldlijkt hebben
hij zal verwereldlijkt hebben
wij zullen verwereldlijkt hebben
jullie zullen verwereldlijkt hebben
zij zullen verwereldlijkt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verwereldlijken
jij zou verwereldlijken
hij zou verwereldlijken
wij zouden verwereldlijken
jullie zouden verwereldlijken
zij zouden verwereldlijken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verwereldlijkt hebben
jij zou verwereldlijkt hebben
hij zou verwereldlijkt hebben
wij zouden verwereldlijkt hebben
jullie zouden verwereldlijkt hebben
zij zouden verwereldlijkt hebben

Gebiedende wijs
verwereldlijk

Aanvoegende wijs
verwereldlijke

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden