Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verweken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verweekt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verweek
jij verweekt
hij verweekt
wij verweken
jullie verweken
zij verweken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verweekt
jij hebt verweekt
hij heeft verweekt
wij hebben verweekt
jullie hebben verweekt
zij hebben verweekt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verweekte
jij verweekte
hij verweekte
wij verweekten
jullie verweekten
zij verweekten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verweekt
jij had verweekt
hij had verweekt
wij hadden verweekt
jullie hadden verweekt
zij hadden verweekt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verweken
jij zult verweken
hij zal verweken
wij zullen verweken
jullie zullen verweken
zij zullen verweken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verweekt hebben
jij zult verweekt hebben
hij zal verweekt hebben
wij zullen verweekt hebben
jullie zullen verweekt hebben
zij zullen verweekt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verweken
jij zou verweken
hij zou verweken
wij zouden verweken
jullie zouden verweken
zij zouden verweken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verweekt hebben
jij zou verweekt hebben
hij zou verweekt hebben
wij zouden verweekt hebben
jullie zouden verweekt hebben
zij zouden verweekt hebben

Gebiedende wijs
verweek

Aanvoegende wijs
verweke

Voorbeelden

  1. Wow, dit is veel om te verweken.
    Wow, this is a lot to take in.
  2. Ik weet dat het veel is om ter verweken.
    I know it 's a lot to process.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden