Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: verwarren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
verward

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik verwar
jij verwart
hij verwart
wij verwarren
jullie verwarren
zij verwarren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb verward
jij hebt verward
hij heeft verward
wij hebben verward
jullie hebben verward
zij hebben verward

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik verwarde
jij verwarde
hij verwarde
wij verwarden
jullie verwarden
zij verwarden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had verward
jij had verward
hij had verward
wij hadden verward
jullie hadden verward
zij hadden verward

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal verwarren
jij zult verwarren
hij zal verwarren
wij zullen verwarren
jullie zullen verwarren
zij zullen verwarren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal verward hebben
jij zult verward hebben
hij zal verward hebben
wij zullen verward hebben
jullie zullen verward hebben
zij zullen verward hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou verwarren
jij zou verwarren
hij zou verwarren
wij zouden verwarren
jullie zouden verwarren
zij zouden verwarren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou verward hebben
jij zou verward hebben
hij zou verward hebben
wij zouden verward hebben
jullie zouden verward hebben
zij zouden verward hebben

Gebiedende wijs
verwar

Aanvoegende wijs
verwarre

Voorbeelden

  1. Verwar jezelf niet.
    Don 't confuse yourself.
  2. Verwar het niet, echtgenoot.
    Do not be confused, husband.
  3. Verwar die twee niet.
    Don 't confuse the two.
  4. Verwar verwarring niet met boosheid.
    Do not confuse confusion for anger.
  5. Verwar haast niet voor loyaliteit.
    Don 't mistake rashness for loyalty.
  6. Verwar hem hier niet mee.
    Don 't implicate him in this.
  7. Verwar me niet met Michael.
    Don 't go mixing me with michael.
  8. Verwar ons niet met elkaar.
    Don 't... confuse... us.
  9. Verwar geen veronderstellingen met feiten.
    Don 't confuse assumptions with facts.
  10. Verwar verlangen niet met liefde.
    Don't confuse desire with love.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden