Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: vervolmaken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
vervolmaakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik vervolmak
jij vervolmaakt
hij vervolmaakt
wij vervolmaken
jullie vervolmaken
zij vervolmaken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb vervolmaakt
jij hebt vervolmaakt
hij heeft vervolmaakt
wij hebben vervolmaakt
jullie hebben vervolmaakt
zij hebben vervolmaakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik vervolmaakte
jij vervolmaakte
hij vervolmaakte
wij vervolmaakten
jullie vervolmaakten
zij vervolmaakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had vervolmaakt
jij had vervolmaakt
hij had vervolmaakt
wij hadden vervolmaakt
jullie hadden vervolmaakt
zij hadden vervolmaakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal vervolmaken
jij zult vervolmaken
hij zal vervolmaken
wij zullen vervolmaken
jullie zullen vervolmaken
zij zullen vervolmaken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal vervolmaakt hebben
jij zult vervolmaakt hebben
hij zal vervolmaakt hebben
wij zullen vervolmaakt hebben
jullie zullen vervolmaakt hebben
zij zullen vervolmaakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou vervolmaken
jij zou vervolmaken
hij zou vervolmaken
wij zouden vervolmaken
jullie zouden vervolmaken
zij zouden vervolmaken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou vervolmaakt hebben
jij zou vervolmaakt hebben
hij zou vervolmaakt hebben
wij zouden vervolmaakt hebben
jullie zouden vervolmaakt hebben
zij zouden vervolmaakt hebben

Gebiedende wijs
vervolmak

Aanvoegende wijs
vervolmake

Voorbeelden

  1. Ze vervolmaken het terugkerende fractalpatroon.
    Fine-tuning the recurring fractal pattern.
  2. Een heel leven ben ik bezig die specifieke gave te vervolmaken.
    I spent a lifetime perfecting that particular skill.
  3. Je hebt tijd genoeg gehad om je studie te vervolmaken, May, vernietig het!
    Time enough has gone to finish your study, May. Destroy it!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden